locatie op de kaart ↑ vanuit het noord-westen ↓ klik op kleine foto voor vergroting
Algemeen
Tzummarum is aangelegd op de kwelderwal die van Sexbierum tot Minnertsga loopt. Dat is ongeveer in de achtste eeuw geweest. De eerste bewoners kwamen hier wonen omdat de hoger gelegen gebieden bij Tzummarum vruchtbare zavelgronden hadden die goed waren te bewerken.
De doorgaande weg ligt over de terp. Rond de kerk en het kerkhof loopt het tsjerkepaed. Het hoogste punt ligt op ongeveer 3,2m +NAP.
Net als bij een aantal andere dorpen op deze kwelderwal, ligt ook Tzummarum in een cluster terpen. West en oost van het dorp liggen nog (resten van) vijf andere terpen. Westelijk o.a. de Monnikenterp, oostelijk de Sixma- en Zwaardeburenterp.
Vondsten
Tzummarum is in de archeologie bekend door de vondst van een grote muntschat in 1991. Die bestond uit plm. 2800 zilveren munten uit de tijd van Lodewijk de Vrome (814-840), Lotharius I (840-855) en Karel de Kale (840-877) in een Badorf pot. De herkomst is divers: geslagen o.a. in Trier en Auxerre, maar de meeste in Dorestad. Ze moeten rond 855-865 begraven zijn (verstopt voor de Vikingen?)
Tijdens werkzaamheden in 1951 werd bij de Zwaardenburenterp een klein grafveld met 6 skeletten uit de 7e eeuw gevonden. Aardlagen in de buurt daarvan, doen veronderstellen dat deze terp een soort voorbereidende springplank-functie heeft vervuld voor de totstandkoming en het gaan bewonen van Firdgum.
‘In 1961 werden een deel van de Monnikenterp en een sleuf daarvóór onderzocht. Het bleek dat de bewoning ongeveer 600nC begon en dat de jongste terplaag van ongeveer het jaar 1000 was. De terp is tegen de drie meter hoog en er konden 7 à 8 opeenvolgende (woon)lagen worden onderscheiden’ (Elzinga ’61)